IN CHRISTUS…

Satan weet dat als hij je kan weerhouden te begrijpen wie je bent in Christus, hij je kan tegenhouden om de volwassenheid en de vrijheid te ervaren die je erfdeel zijn als kind van God.
Het begint allemaal met het voor eens en altijd vaststellen van het feit dat God onze liefhebbende Vader is en dat wij als Zijn kinderen zijn aangenomen. We dienen God niet om Zijn aanvaarding te verkrijgen; we zijn geaccepteerd en daarom dienen we God. We volgen Hem niet zodat we geliefd worden; we zijn geliefd, daarom volgen we Hem. Alles wat we doen is een reactie op Zijn liefde.

Want – IN CHRISTUS…

…ben ik geaccepteerd

Johannes 1:12 Ik ben een kind van God.
Johannes 15:15 Ik ben een vriend van Christus.
Romeinen 5:1 Ik ben rechtvaardig verklaard.
1 Korintiërs 6:17 Ik ben verbonden met de Heer, één van geest met Hem.
1 Korintiërs 6:19-20 Ik ben gekocht en betaald. Ik ben Gods eigendom.
1 Korintiërs 12:27 Ik ben een lid van het lichaam van Christus.
Efeziërs 1:1 Ik ben een heilige.
Efeziërs 1:5 Ik ben door God als Zijn kind geadopteerd.
Kolossenzen 1:14 Ik ben verlost en al mijn zonden zijn vergeven.
Kolossenzen 2:10 Ik ben volmaakt in Christus.

…ben ik verzekerd
Romeinen 8:1-2 Ik ben voor eeuwig vrij van veroordeling.
Romeinen 8:28 Ik ben verzekerd dat alle dingen medewerken ten goede.
Romeinen 8:31-34 Ik weet dat niemand mij nog kan veroordelen.
Romeinen 8:35-39 Ik kan nooit meer gescheiden worden van de liefde van God.
2 Korintiërs 1:21-22 Ik ben bevestigd in, gezalfd en verzegeld door God.
Kolossenzen 3:3 Ik ben met Christus verborgen in God.
Filippenzen 1:6 Ik ben er zeker van dat God het goede werk dat Hij in mij begonnen is ook zal afmaken.
Filippenzen 3:20 Ik ben een hemelburger.
2 Timoteüs 1:7 Ik heb geen geest ontvangen van lafhartigheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid.
Hebreeën 4:16 Ik ontvang genade/barmhartigheid wanneer ik ze nodig heb.
1 Johannes 5:18 Ik ben uit God geboren en de boze heeft geen vat op mij.

…ben ik waardevol
Matteüs 5:13-14 Ik ben het zout der aarde en het licht van de wereld.
Johannes 15:1,5 Ik ben een rank aan de ware wijnstok, kanaal van Zijn leven.
Johannes 15:16 Ik ben uitgekozen en aangewezen om vrucht te dragen.
Handelingen 1:8 Ik ben een persoonlijke getuige van Christus.
1 Korintiërs 3:16 Ik ben Gods tempel.
2 Korintiërs 5:17-21 Ik ben een kanaal voor Gods verzoening in Christus.
2 Korintiërs 6:1 Ik ben Gods medewerker.
Efeziërs 2:6 Ik bekleed in Christus een plaats in de hemelse gewesten.
Efeziërs 2:10 Ik ben Gods maaksel.
Efeziërs 3:12 Ik mag met vrijmoedigheid en vertrouwen tot God naderen.
Filippenzen 4:13 Ik vermag alle dingen door Christus die mij kracht geeft.